Met
een bus vol Oudere Jongeren ( vanaf nu de O.J. genoemd) vertrokken wij uit Oss
richting Groningen om 5 dagen vakantie te vieren.
Wat
hebben we zoal gedaan? Haast teveel om
op te noemen, maar ik zal een poging wagen.
Allereerst
de bus:
We hadden de onvolprezen Ab als chauffeur
en gids tijdens het vervoer van de O.J. naar de diverse bestemmingen, zoals Haren
bij Groningen waar we de Hortus Botanicus bezochten. Een waar paradijs, heel
groot en prachtig aangelegd met zelfs een echte Chinese tuin. De gids die we
daar hadden wist ons boeiend over alles te vertellen.
Het
hotel in Winschoten met onze mooie kamers, de hartelijke ontvangst, het heerlijke
eten.
De
eerste voetbalwedstrijd die we gezamenlijk in het hotel bekeken, velen getooid
met oranje en er was zelfs een prachtige toeter. Het gejuich van de O.J is
absoluut, daar ben ik zeker van, in Brazilië gehoord.
De
excursies naar:
Het
openlucht Veenmuseum in Barger Compascuum. Zo mooi,
heel uitgestrekt. Je kon er lopen of met het treintje meegaan. Men waande zich
echt in vroeger tijden. Bovendien scheen de zon waardoor het nog feestelijker
was en we lekker op het terras hebben gezeten. Daarna weer in de bus, waar Ria
zich als een echte stewardess ontpopte
en iedereen van koffie, water en gezelligheid voorzag. Dank Ria voor je goede
zorgen.
We
reden naar:
De
Vesting Bourtange,
eeuwen oud en prachtig onderhouden, gelegen in het mooie gebied Westerwolde, nabij de Duitse grens. De historische huizen,
de straatjes en de vestingwerken deden onze fantasie op hol slaan. Je voelde de
geschiedenis overal om je heen.
De
stad Groningen werd ook niet vergeten. Bij de bevrijding in 1945 is er hevig gevochten
in Groningen en is er veel in het
centrum verloren gegaan. Gelukkig bleef
de Martini toren, door de Groningers, liefdevol,
d’
Olle Grieze genoemd, behouden evenals de Martinikerk
en het monumentale stadhuis. De rondleiding in de kerk was heel interessant en
we leerden veel over de geschiedenis. Daarna werd de O.J. losgelaten om op eigen
houtje de stad te verkennen, een drukke levendige stad.
Pieterburen
met de zeehonden opvang. Zo mooi om te zien hoe er daar wordt gezorgd voor de
baby zeehondjes. We waren getuige van het voeren, zoveel zorg en zoveel liefde
en toewijding.
Daarna
verder naar Appingedam met z’n hangende
keukens. Ooit was het ook een vesting. We reden door het mooie weidse Groningse
land terug naar ons hotel.
En dan waren er natuurlijk nog de gezellige
avonden, zoals:
Kienen,
onder de bezielende, humoristische leiding van het duo, Tonnie
en Ton, was onvergetelijk.
De
bonte avond:
Met
artiesten uit eigen gelederen. Wat een talenten!!
En
toen was het alweer de laatste dag. We vertrokken vroeg uit Winschoten, nagewuifd
door de mensen van het hotel. We gingen niet rechtstreeks naar huis. Eerst nog
een bezoek aan Veenhuizen. In 1823 begonnen als kolonie van Weldadigheid, waar
bedelaars en landlopers naar toe werden gezonden voor heropvoeding. Nu is dat allemaal
geschiedenis en werden de gestichten met de mooie stichtelijke namen afgebroken.
Het werd een gevangenisdorp. Een van de oorspronkelijke gestichten is bewaard gebleven
en is nu museum, waar je kunt zien hoe het ooit was en dat was heel erg hard.
We
reden verder naar onze volgende stop en dat was Giethoorn. Het Venetië van het
Noorden. Heel bijzonder, we maakten hier
nog een romantische rondvaart, onder begeleiding van een flinke onweersbui.
Onze
laatste stop was Heerde: Restaurant De Keet. Hier hadden we ons afscheidsdiner,
heerlijk, met een glaasje aangeboden door KBO Ruwaard .
Heel
veel dank aan het bestuur en iedereen die eraan heeft meegewerkt om deze reis
tot een succes te maken waar we heel erg van hebben genoten. Ik denk dat ik dat
wel uit aller naam mag zeggen.
Natuurlijk moet onze moeder overste Mieke nog even apart genoemd worden. Altijd
bereikbaar en gezellig.
Wies
Baan